Vergelijkbare woorden van het woord aflopen zijn:
uitlaten, uitlozen, kwijtraken, sassen, uitbrengen,... | |
woest, desolaat, zonder gezelschap, alleen, eenzaam,... | |
eindigen, besluiten, aflopen, afsluitingen, conclusies,... | |
romen, aflaten, afromen, uitromen, aflopen | |
spuien, verminderen, stoppen, ophouden, ontromen,... | |
naar beneden, zakken, nederstijgen, afzakken, aflopen,... | |
afwijken, overhalen, afhellen, omhooggaan,... | |
ordenen, regelen, beredderen, conveniėren, vlijen,... | |
dalen, afdalen, glijden, heengaan, aflopen, afglijden,... | |
afnemen, kleur, achteruitgaan, teruglopen, afgaan,... | |
aflopen, afdruipen | |
hellen, afhellen, aflopen, vervallen | |
aflaten, afnemen, tappen, aflopen, uitputten,... | |
nazien, aanhouden, passeren, opengaan, transiteren,... | |
terechtkomen, aanlanden, terecht komen, aankomen,... | |
terechtkomen, groeien, naderen, aanraken, verschijnen,... |