schinden, afdekken, stropen, afstropen, afhalen,...

strooptocht, stropen, roven, gappen, stelen, ruiken,...

afristen, repelen, afstropen

afstropen

spuien, verlaten, einden, ontromen, aflaten, afdalen,...

beddengoed afnemen, repen, halen, draden, afzetten,...

afstropen

afstropen, afstruinen, doorzoeken, gehedoorzoeken,...

afstropen, afzoeken

schinden, villen, wilddieverij, moeskoppen, jagen,...

melken, afhalen, afstropen, stropen, villen