dubbelzegging, iteratie, re-iteratie, napraat,...

paarsgewijze, ambivalent, binair, duplex, remplaçant,...

bijwoord, nog, herhaaldelijk, anderwerf, bis, weer,...

wild, hamel, ram, her, andermaal, luchtgesteldheid,...

as, kwart, la, si, sol, re, es, bes, des, fes, ges,...

nazeggen, recapituleren, itereren, opnieuw zeggen,...

bijwoord, weer, ana, luchtgesteldheid, terug, bis,...

eis, gis, fis, ais, dis, bis, cis

bijwoord, nog, andermaal, eens, weer, weder, bis,...

waar, her, andermaal, bis, opnieuw, alweer, wederom,...

bis

toegift, herhalen, bis, nogmaals, nog eenmaal

bijwoord, andermaal, weer, weder, bis, terug, opnieuw,...

bis, wederom

bijwoord, andermaal, weer, weder, bis, terug, opnieuw,...

dubbel, bis, tweewerf