Vergelijkbare woorden van het woord deksel zijn:
deelgenoot, mens, deel, fallus, lichaam, lul,...
schade, slag, pats, klets, tegenvaller, lap, stomp,...
slot, haan, tralie, pal, lid, ventiel, dam, deur, kap,...
hoofddeksel, muts, neepjeskap, neepjesmuts,...
slot, hangslot, rits, klink, grendel, ontbinding,...
lid, klap, plaat, blad, luik, afsluiting, val, bek,...
afgunstig, scheluw, ogentroost, twist, onvriendelijk,...
dekkleed, omslag, deksel
slot, plug, kap, spon, luik, kurk, stop, dop,...
slot, lid, deur, wervel, kurk, hangslot, ketting,...
slag, houw, huisbedekking, huif, muts, korst, autodak,...
begunstiging, lei, deken, konvooi, escorte, geleide,...
boerderij, deksel, boerenwoning, dop, kaasstolp, stolp,...
abacus, sluitsteen, vloersteen, vloertegel, deksel
pel, lid, hoofddeksel, afsluiting, kurk, schaal, bast,...
glazen stolp, deksel, boerenhuis, dop, stolp,...
volgende
1 2