mooi, nauwkeurig, gezond, nobel, edel, weldadig, braaf,...

waarachtig, echt, diep, heus, vast, product, juist,...

goed, drukte, lawaai, gerak, gezeur, tier, tuig,...

goed, kist, koffer, reisgoed, pakkage, barang (Maleis),...

goed, possessie, bezit, eigendom, goederen, vastgoed,...

goed, portefeuille, fortuin, possessie, have, genot,...

behoren, octrooi, goed, fortuin, possessie, have,...

valuta, goederen, geld, geldmunt

bagage, goederen, hond, stuk vrachtgoed

goederen, goederen Indisch

bagage, zaak, goederen, zaken, dingen, waar, bundel,...

goederen, afnemen, afstoffen, bluffen, opscheppen,...

abacus, etagère, eierklopper, spit, wafelijzer,...

baal, zak, kist, krot, goederen, collo, manufacturen

goederen, koopmansgoed, koopwaar, voorwerpen, waar

rondgaan, zwerven, goederen, ronddolen, dolen,...