ze, kant, derde persoon, hen, hun, haar, type weefsel,...

lest, minder, beneden, even, gelijk, hoegenaamd, pal,...

aandringen, nopen, aansporen, sporen, lange nekharen,...

opschik, feestgewaad, opsiersel, sier, kledij,...

snuisterij, lor, vod, iet, krats, snars, beetje,...

vel, huid, pels, haarkleed, dierenhuid, schapenhuid,...

huid, vacht, huidbedekking, behaarde dierenhuid,...

dons, veren, vacht, pels, haar, haren

lok, haar, haarlok

bonje, links, haar, rugkorf, rechts, melkdik,...

haar

mijn, zijn, haar, ons, je, uw, hun, heur, possessivum

haar

geest, es, haar, bout, enk, borst

kap, baret, muts, kalot, alpino, haar, capuchon, doek,...

achterste, oogappel, balk, aambeeld, roede, lid, hals,...