Vergelijkbare woorden van het woord kastijden zijn:
slag, overwinnen, tiktakken, beuken, knokken,... | |
buffelen, reinigen, slaan, afjakkeren, afkwispelen,... | |
plagen, krenken, kwetsen, martelen, zeer doen,... | |
doden, krenken, murw maken, mals maken, delgen,... | |
kuisen, castreren, kastijden, tuchtigen, censureren,... | |
slaan, takelen, afrossen, rammelen, rossen, meppen,... | |
doortrekken, afmatten, oplossen, kwellen, kastijden,... | |
castigeren, kastijden, tuchtigen, mores leren,... | |
kastijden, tuchtigen | |
hekelen, gispen, kastijden, tuchtigen, kwispelen,... | |
slaan, afrossen, rossen, kastijden | |
pijnigen, kwellen, kastijden, geselen, folteren,... | |
opsluiten, ophangen, lonen, veroordelen, kastijden,... | |
castigeren, ranselen, kastijden, afstraffen,... | |
plagen, pijnigen, kwellen, teisteren, kastijden,... | |
hinderen, stoten, kwetsen, prikkelen, aanstoot geven,... |