Vergelijkbare woorden van het woord passeren zijn:
aanbelangen, leven, vallen, treffen, passeren,... | |
ombrengen, overbrengen, korten, leiden, slijten,... | |
passeren | |
passeren, aangeven, langen, overhandigen, overbrengen,... | |
passeren, overgaan, excederen, depasseren, overtreden | |
nazien, aanhouden, passeren, opengaan, transiteren,... | |
slag, remise, spil, start, piste, stoot, trap, mat,... | |
passeren | |
passeren | |
passeren, slagen, doorstaan, klaarspelen | |
aanlopen, passeren, voorbijlopen | |
introduceren, verminderen, zwichten, intrekken, innen,... | |
duren, omlopen, omgaan, overgaan, overslaan, aflopen,... | |
ontrollen, afspelen, wedervaren, overkomen,... | |
bevestigen, wettigen, staven, waarmerken, homologeren,... | |
gebeuren, omgaan, wedervaren, overkomen, voorvallen,... |