Vergelijkbare woorden van het woord schakel zijn:
zeel, wieldeel, judograad, omslag, gordel, hoepeltje,... | |
stipt, precies, nauwgezet, verbinding, kennis, relatie,... | |
menigte, sleep, scala, cyclus, keten, reeks, ris,... | |
haam, wade, vleet, gabaar, zegen, puit, kor, kuil,... | |
krijt, band, krans, sieraad, kring, rand, district,... | |
hok, richting, groep leerlingen, menigte vissen,... | |
boom, akker, grond, achtervoegsel, bouwland,... | |
sluiting, schakel, soort schakel, kavelboom,... | |
schalm, schakel | |
wervel, schakel, draaihaak, draaibare haak,... | |
schakel | |
fijn, leuk, slim, goochem, pienter, sluw, listig,... | |
verkeer, connectie, kennis, kruiwagen, omgang,... | |
band, verbinding, connectie, relatie, draad, structuur,... | |
relatie, betrekking, bandage, draad, samenhang,... | |
schakel, pandoerspel |