Vergelijkbare woorden van het woord spruiten zijn:
uitbollen, uitgaan, ontkiemen, uitbloeien, demarreren,... | |
uitlopen, beenderen, spruiten, uitspruiten,... | |
tarwe, graan, koren, maïs, gerst, haver, rogge,... | |
voedsel, flageolet, wortelen, knol, spruit, peul, lof,... | |
wortelen, lof, rabarber, spinazie, bonen, spruiten,... | |
uitlopen, opkomen, uitkomen, ontkiemen, ontluiken,... | |
spruiten | |
weigeren, ontspruiten, spruiten, afdalen, afspruiten,... | |
ontstaan, spruiten, volgen, afstammen, ontspruiten,... | |
telen, spruiten, grootbrengen, produceren, opleveren,... | |
kennen, uitkomen, ontkiemen, ontknoppen, germineren,... | |
opengaan, uitkomen, openen, ontstaan, monogonie,... | |
spruiten, knoppen, pijnscheuten, schoten, stekken,... | |
spruiten, scheuten, stekken | |
afstammen, spruiten | |
afstammen, ontspruiten, spruiten, boomstammen,... |