nopen, pressen, aansporen, prangen, urgeren, aanzetten,...

aanduwen, schuiven, duwend voortbewegen, stuwen, duwen,...

lust, neiging, druk, klem, drang, instantie,...

optassen, stuwen, neerleggen, tassen, ophopen, klampen,...

aansporen, aanzetten, opwekken, opvrolijken, stuwen,...

stuwen

voortduwen, stuwen, stouwen

beladen, stuwen, innemen, vullen, inladen, chargeren,...

lozen, afschieten, vrijkopen, stuwen, ontschepen,...

stuwen, schikken

beladen, stuwen, laden

gaan, stuwen, aandrijven, lopen, rukken

pakken, stoppen, vastduwen, bergen, duiveljagen,...

zwalpen, opstuwen, aandrijven, aanjagen, stuwen,...

voortstuwen, duwen, voortduwen, stuwen

nopen, duwen, dringen, mangelen, samendrukken, drukken,...