molaar, wijsheidstand, tand, lichaamsdeel

netelig, hachelijk, fijn, tactvol, behoorlijk, keurig,...

atoom, cel, eenheid, grondbestanddeel, grondbeginsel,...

vogel, maler, insect, kies, mulder, meikever,...

punt, trommel, stip, tip, uiteinde, rand, estrade,...

piek, arend, timp, staart, angel, stekel, doorn, doren,...

tand

tand, voortand, lichaamsdeel

tand, oogtand, lichaamsdeel, slagtand

scherp, bijtend, tand, insnijdend, snijdend

maalster, kies, molenaar, tand, molaris

tand, snijtand

achterste, oogappel, balk, aambeeld, roede, lid, hals,...

moker, slag, ijzer, steek, hak, kap, kloof, kist, guts,...