Vergelijkbare woorden van het woord tegelijkertijd zijn:
lest, minder, beneden, even, gelijk, hoegenaamd, pal,... | |
bijwoord, zowel, ook, daarbij, ieder, almee, meteen,... | |
tevens, contemporain, synchroon, simultaan, meteen,... | |
prompt, spoedig, aanstonds, spoorslags, ineens,... | |
gelijk, bijwoord, prompt, spoedig, aanstonds, gauw,... | |
samen, gelijk, bijwoord, aanstonds, als, ook, daarbij,... | |
gelijk, gelijktijdig, tegelijk, soort schaakspel,... | |
samen, vast, bijwoord, verbonden, samenhangend,... | |
samen, bijwoord, tezamen, samengevoegd, saam, tesamen,... | |
onverschillig, even, egaal, idem, identiek,... | |
samen, bijwoord, tezamen, op elkaar, innig samen,... | |
met, allebei, saampjes, ieder, met elkaar, tegelijk,... | |
samen, verenigd, collectief, algemeen, saampjes,... | |
eeuwig, samen, bestendig, geregeld, regelmatig,... |