confidentie, fiducie, geloof, betrouwen, hoop, hopen,...

verlaten, uitvallen, falen, iets verlaten, gaan naar,...

onderwerpen, opgeven, aangeven, overhandigen, leveren,...

vertrouwen, toevertrouwen

verplaatsen, geven, overhandigen, overbrengen, leveren,...

toevertrouwen

, adviseren, raden, toevertrouwen, recommanderen,...

achterlaten, verkopen, cederen, laten overblijven,...

aanbieden, bevelen, opgeven, wijden, gebieden,...

opslag, hechtenis, verzorging, behoud, conservatie,...