Vergelijkbare woorden van het woord vastmaken zijn:
aanboeten, aanvangen, boeten, pleisteren, inwenden,... | |
opsluiten, installeren, knikken, hecht maken, hechten,... | |
bevestigen, verbinden, attacheren, samenbinden,... | |
bevestigen, hechten, aaneenhechten, haken, klinken,... | |
enteren, hechten, vastmaken, aanklampen, vastklampen,... | |
bevestigen, vastmaken, staren, strak aanzien,... | |
vastmaken, gorden | |
verbinden, vasthechten, vastmaken, boeien, strikken,... | |
verenigen, vastmaken, resemen (Zuidnederlands),... | |
hechten, vastmaken | |
aansmeren, meren, stabiliseren, aanbrengen, aanleggen,... | |
opstoken, starten, beginnen, aandringen, noodzaken,... | |
lassen, aanknopen, aaneen boeien, samenstellen,... | |
zeker, speld, toestemming, ja, confirmatie, bezegeling,... | |
aanleggen, vastleggen, afmeren, meren, vastbinden,... | |
aanleggen, vastleggen, aanmeren, meren, vastbinden,... |