Vergelijkbare woorden van het woord vastpakken zijn:
tiktakken, vatten, pakken, beroeren, aanvatten,... | |
enteren, benaderen, aanspreken, praaien, aborderen,... | |
beginnen, behandelen, ingriffen, aangrijpen, banaderen,... | |
grijpen, aangrijpen, aannemen, bevangen, bevangenheid,... | |
grijpen, aangrijpen, vastgrijpen, aanklampen,... | |
planten, aangrijpen, beetpakken, nemen, klampen,... | |
aanhouden, grijpen, pakken, aanpakken, begrijpen,... | |
opvangen, aanklampen, aanpakken, beetpakken, grijpen,... | |
aanhaken, aanklampen, beetpakken, grijpen, vastgrijpen,... | |
oplichten, bedotten, foppen, bedriegen, kullen, nollen,... | |
kruk, vat, grip, klem, kunstgreep, hengsel, handgreep,... | |
aanpakken, beetpakken, grijpen, vastgrijpen, vatten,... | |
vastpakken, oplopen, bedotten, vasthebben |