geul, kajuit, dakvormige overkoepeling,...

snik, hap, uiteinde, bovendeel, uitsteeksel,...

queue, stoet, sleep, optocht, processie, scala, rot,...

geraamte, couvert, begrensd, ontwerp, vork, lepel,...

oorveeg, tapuit, masttouw, scheepstouw, zeilterm, touw,...

nadeel, schade, ramp, door schipbreuk, scheepsschade,...

pook, luim, nuk, gereedschap, Spaanse bezem, ovenijzer,...

moerasvogel, recht water, rechtuitlopend water,...

piek, riek, mond, hooivork, gereedschap,...

zwieren, zwalpen, labberen, zwaaien, zwalken, bengelen,...

windzijde, windvrije zijde, bovenwindse zijde, loevert,...

mak, kalm, tocht, ronding, moerkonijn, krommig,...

soort knoop, zeilterm

zwichten, inreven, soort zeilbewerking, inplooien,...

halfdek, waring, zeilterm

tros, walvast, meertouw, zeilterm