zuiveren, kammen, aanharken, schoffelen, afspeuren

reinigen, zuiveren, louteren, schoon maken

reinigen, wassen, kuisen, zuiveren, raffineren, puren,...

reinigen, schoonmaken, uitdrinken, zuiveren, uiteten

zuiveren, uitdiepen, dreggen

reinigen, zuiveren, schuieren, bezemen, wissen,...

zuiveren, schiften, wannen, filtreren, ziften, klenzen,...

kelderen, zinken, zuiveren, afgewezen, bakken, falen,...

zuiveren, zakken

zuiveren

zuiveren, louteren

zuiveren, zakken, zijpen, segreren, ziften,...

genezen, reinigen, schoonmaken, verfraaien, klaren,...

zuiveren, verfijnen, omsmelten, veredelen, omsmeden,...

zuiveren, afscheiden, afzonderen, zakken

doorbrengen, zuiveren, corrigeren, beter maken,...