aanzien, aankijken, opnemen, bekijken, zien, gadeslaan,...

aanhouden, opnemen, rapen, tillen, opbeuren, inrekenen,...

beginnen, pakken, opnemen, toelaten, menen, achten,...

opnemen, opvegen

opnemen, beuren, tillen, lijden, sjouwen, dulden,...

ordenen, geregeld aantekenen, inschrijven, optekenen,...

aansmeren, meren, stabiliseren, aanbrengen, aanleggen,...

waarnemen, bekijken, bespieden, aanschouwen,...

schatten, houden voor, censeren, onderscheiden,...

notitie maken, aantekenen, boeken, bepalen, opgeven,...

doornemen, leiden, raadplegen, kijken, opnemen,...

inboezemen, opnemen

opnemen

ontzeggen, spenen, niet toestaan, niet geven,...

opnemen

beginnen, stijgen, opschieten, ontkiemen, wellen,...