glad, glibberig

glad, zacht, lenig, buigzaam, smieg, kneedbaar, smeu,...

glad, effen

glad, neerliggend

glad, vuil, vals, gemeen, fielterig, stiekem, geniepig,...

drukkend, glad, bedenkelijk, onrustig, heftig,...

glad, zacht, lenig, smijdig, vettig, smedig, soppig

mooi, geredelijk, pluis, prettig, kwiek, rustig,...

schoon, faliekant, bijwoord, gans, geheel, straal,...

slim, goochem, scherpzinnig, sluw, listig, doortrapt,...

koel, laconiek, onbewogen, flegmatiek, gelijkmatig,...

onbewogen, pal, bestendig, straf, onverzettelijk, krap,...

openhartig, overholen, gelijk, plat, geslepen, glad,...

gemakkelijk, vlot, glad

snel, vlot, rap, agiel, alert, spoedig, ijlings,...

zoetsappig, vroom, kwezelachtig, lijzig, zeurig,...