Vergelijkbare woorden van het woord pas zijn:
net, zo-even, pas, juist, krek, zonet, niet lang, flus
krap, pas, bijna, haast, zuur, wrang, ternauwernood,...
pas, paspoort, visum
kloof, spleet, slop, steeg, pas, defilé, poort, engte,...
net, pas, zo, daareven, temee, straks, flus, flusjes
passen, meten, pas, grens, afpassen, afmeten, afperking
pas, paspoort, visum, toeristenkaart, identiteitskaart,...
eerlang, dra, weldra, spoedig, meteen, zo, gauw, soms,...
daar, bijwoord, zo-even, daareven, straks, zojuist,...
snel, geredelijk, gelijk, werkelijk, prompt, dra,...
gelijk, bijwoord, prompt, spoedig, aanstonds, gauw,...
pas
doorgang, smalle doorgang, nauwe doorgang, pas
giropas, pinpas, chipknip, pas
halsboord, halsbedekking, halskraag, kledingstuk,...
wijle, terwijl, somtijds, redegevend, laatst,...