mooi, lauw, laconiek, flegmatiek, goed, echt, fijn,...

keur, goed, fijn, zuiver, probaat, uitgelezen deel,...

goed

mooi, goed, echt, fijn, leuk, waar, lekker, genoeglijk,...

knap, vrij, goed, redelijk, behoorlijk, maar, bijwoord,...

goed, billijk, redelijk, zonder bochten, taks, juist,...

goed, kist, koffer, reisgoed, pakkage, barang (Maleis),...

goed, eerlijk, behoorlijk, net, keurig, nuttig,...

goed, uitzet, garderobe, plunje, kleding, goedje,...

goed, raadzaam, heilzaam, best, nut hebbend, beter,...

flink, gezond, octrooi, goed, probaat, puik, klaar,...

knap, goed, ondernemen, behendig, geleerd, vernemen,...

edel, goed, illuster, uitstekend, voortreffelijk,...

flink, vrolijk, idioot, goed, moeilijk, leuk, koddig,...

fineer, goed, oplegwerk

goed, behoorlijk, recht, keurig, fatsoenlijk, juist,...